Muur schilderen - Lanaken

Nat pleisterwerk schilderen

Het natte pleisterwerk kan je in verschillende technieken onderverdelen. De meest voorkomende zijn sierpleister, sausklaar bepleisteren of het zetten van betonstuc. Meer informatie over bepleistering kan je hier terugvinden.

Zoals de naam al doet vermoeden komt bij deze techniek water aan te pas. Let er dus op dat de muren volledig droog zijn voor je gaat schilderen. Schilder je toch op vochtige muren, dan kunnen er pigmentvlekken verschijnen of kan er blaasvorming optreden. Als de muren droog zijn, schuur je ze best nog even op en maak je ze stofvrij.

Bij het schilderen breng je eerst een primer aan. Eens die droog is, kan je de afwerkingslaag aanbrengen. Een tweede afwerkingslaag is aangeraden maar niet verplicht. Kies je voor de goedkoopste verf, dan moet je vaak inboeten aan kwaliteit. Bij een duurdere verf heb je meestal na 1 laag al een goed resultaat.

Droog pleisterwerk schilderen

Bij droog pleisterwerk horen wanden uit gyproc of gipskarton. Gyproc kent iedereen, vind je bijna overal en zijn ideaal om een grote zolder of andere ruimtes in kleinere kamers onder te verdelen.

Net zoals bij het natte pleisterwerk is het belangrijk dat de wanden glad en schoon zijn voor je verf aanbrengt. Met wat schuurpapier en een stofborstel kom je vaak al een heel eind. Na het afschuren en schoonmaken heeft ook droog pleisterwerk een primer nodig. Deze grondlaag zorgt er voor dat de afwerkingslagen beter op de platen hechten.

Eens de primer droog is kan je muurverf aanbrengen. Net zoals bij het natte pleisterwerk is het voor de keuze in verf belangrijk een mooie balans te houden tussen prijs en kwaliteit. Ga opnieuw voor één of twee afwerkingslagen na de grondlaag in primer.

Waar let ik op?

Negen op tien keer is het goedkoper om tegels opnieuw te schilderen dan ze helemaal te vervangen. Bovendien, op het eerste zicht lijkt het niet moeilijk. Beetje verf, een borstel en de tegels schilderen. Toch mag het niet onderschat worden. Vooral de voegen tussen de tegels kunnen lastig zijn om mooi af te werken.

Start met de tegels grondig schoon te maken voor je nieuwe verf of lak aanbrengt. Ontvet de tegels en voegen met een schuurspons en een ontkalkingsproduct. Eventuele gaten in de voegen kan je vullen met voegpasta of plamuursel. Is er een tegel kapot? Geen ramp, je kan die rustig vervangen voor je gaat schilderen. De kleur hoeft zelf niet gelijk te zijn, want na het schilderen zie je er niets meer van.

Een raad die altijd en overal geldt: zorg dat de muur - in dit geval de tegels - droog zijn voor je start met schilderen en plak de randen af met afplaktape om ze te beschermen tegen eventuele verfspatten. Bij het schilderen van tegels is het gebruik van een goede primer aangeraden. Het helpt om de verf aan de tegel te hechten en je vermijdt problemen wanneer je later de muur wil reinigen.

Verven of lakken?

Om de tegels af te werken kies je best voor een specifieke tegelverf. Een schilder gaat altijd voor kwalitatieve verf die zijn kleur behoudt en krasbestendig is.

Naast de klassieke muurverf wordt lak steeds populairder als alternatief voor verven. Lakken heeft als grote voordeel dat de glans van tegels behouden blijft.

Een bakstenen muur schilderen is technisch gezien niet erg verschillend van het verven van een gyprocwand. Eén ding moet je wel veel aandacht aan besteden: het voegwerk.

Controleer eerst de voegen. Zijn er barsten, komen er brokjes los of zijn er volledige stroken die ontbreken? Herstel die eerst en laat het voegwerk rustig opdrogen. Doe je dit niet, dan kunnen er later cementkorrels vrijkomen. Klaar met herstellen? Dan kan je je aandacht op de rest van de muur richten.

Gebruik voor de eerste laag een specifieke primer met een typisch dunne en melkachtige structuur. Het kan handig zijn om hier een blokborstel voor aan te schaffen. Zo ben je zeker dat je de voegen goed meeneemt. Eens de voorbereidende verflaag droog is, kunnen we de muurverf aanbrengen. Afhankelijk van de kwaliteit van de verf breng je één of twee lagen aan.